Hier moet je aan denken bij het inrichten van een inloopkast

1. Leggedeelte

Het is fijn als een inloopkast bestaat uit verschillende delen waar je jouw kleding in kunt opbergen. Denk bijvoorbeeld aan het leggedeelte, waar je jouw truien, t-shirts en broeken kunt opbergen. Dit kun je realiseren door een aantal planken in de kasten te verwerken. Zorg ervoor dat deze planken groot genoeg zijn voor al jouw spullen, en dat er ook genoeg ruimte tussen de planken zit zodat je grote stapels kunt maken. Des te meer kleding kun je er namelijk in opbergen.

2. Hanggedeelte

In een kledingkast is het ook slim om een hanggedeelte te verwerken. Zo heb je natuurlijk altijd wel kleding die je graag aan een hanger wil opbergen, denk aan kleding die netjes moet blijven of waar geen kreukels in mogen komen. Denk bijvoorbeeld aan jurken, jasjes en blouses. Bepaal van tevoren hoeveel kleding je graag aan een kledinghanger wil hebben hangen, zodat je hier genoeg ruimte voor vrij kunt maken. Zorg er ook voor dat de kleding niet te dicht op elkaar hangt, zodat het niet alsnog in de knel komt.

Wellicht kun je ook sommige kleding alsnog in het leggedeelte kwijt. Denk bijvoorbeeld aan jumpsuits. Zo heb je deze jumpsuit dames die gemaakt is van travelstof en daardoor altijd kreukvrij is. Hierdoor kun je het ook netjes opvouwen en in het leggedeelte neerleggen. Ook een ander voordeel van travelstof, is dat het netjes blijft, snel droog is en heerlijk zacht is. Een echte must have voor in jouw inloopkast!

3. Lades

Lades mogen in een kledingkast zeker niet ontbreken. Lades zorgen er namelijk voor dat je kleine spullen netjes kunt opbergen, zonder dat het een rommeltje wordt. Denk bijvoorbeeld aan een lade voor het ondergoed en een lade voor de sokken. Ook kun je een lade vrijmaken voor bh’s, hemden of andere kleine items. Denk bijvoorbeeld aan kleine accessoires, zoals een handtassenverzameling.

4. Opbergvakken

De inloopkast zou je ook kunnen uitbreiden met verschillende opbergvakken. Denk bijvoorbeeld aan een opbergvak waar je spullen in kunt doen die je niet altijd gebruikt, maar wel fijn is dat het is opgeborgen in de kast. Denk bijvoorbeeld aan seizoensgebonden items, zoals hoeden of sjaals. Deze gebruik je natuurlijk niet het hele jaar door en moeten in de tijd dat je het niet gebruikt, ook netjes opgeborgen worden. Hiervoor heb je natuurlijk wel grote opbergvakken voor nodig.

Je kunt ook een aantal kleine opbergvakken in jouw inloopkast realiseren. Waar laat je bijvoorbeeld al jouw sieraden? Het is fijn als deze ook een plek kunnen bemachtigen in jouw inloopkast, zodat je jouw outfit op een plaats kunt stylen. Je hebt bijvoorbeeld kleine sieradendoosjes die je in jouw kast kunt neerzetten, maar je kunt de sieraden natuurlijk ook in een smalle lade opbergen. Zorg er dan wel voor dat niet alles in de knoop raakt, of dat je alles netjes ordent. Je kunt in de lade bijvoorbeeld ook verschillende vakjes maken: een vakje voor de oorbellen, voor de kettingen en meer.

5. Uitstraling

Als de indeling van de kast is gemaakt, is het natuurlijk ook tijd om te denken aan de uitstraling van de kast. Zo kun je eens denken aan een aantal factoren.

Wil je bijvoorbeeld een open inloopkast, of een inloopkast die wordt afgesloten door deuren? Het is maar net wat jij handig vindt: beide opties hebben zo hun voordelen. Zo is een open inloopkast erg overzichtelijk en je kunt meteen zien wat voor kleding je allemaal hebt. Hierdoor is het samenstellen van de outfit of the day misschien net wat eenvoudiger. Een inloopkast die wordt afgesloten door deuren staat daarentegen weer heel netjes: het ziet er namelijk nooit rommelig uit. Bovendien houd je zo ook jouw kleding netjes en wordt het bijvoorbeeld niet bedolven onder een laagje stof.

Daarnaast zou je ook nog eens stil kunnen staan bij de kleur van de kast, zoals de planken in het geval van een open inloopkast of de deuren in het geval van een gesloten inloopkast. Ook kun je de rest van de ruimte van de inloopkast leuk aankleden, met bijvoorbeeld een leuke spiegel of een make-uptafel.